Warmtevisie Gent: grootschalige warmtenetten of kleinschalige alternatieven?

19 Oktober 2023

Warmtevisie Gent: grootschalige warmtenetten of kleinschalige alternatieven?

Gent wil af van aardgas voor verwarming. Maar welk alternatief is het beste? Grootschalige warmtenetten op industriële restwarmte of kleinschalige warmtenetten en individuele warmtepompen? En wat zijn de kosten en voordelen? De puzzelstukken vallen op hun plaats.

Stad Gent werkt aan een vernieuwde warmtevisie over verwarmen zonder fossiele brandstoffen. Voor de meeste woningen en gebouwen in Gent zullen kleinschalige warmtenetten en individuele warmtepompen de oplossing zijn. Die kunnen de warmte halen uit bodem, lucht, rivieren, rioleringen en restwarmte van omliggende bedrijven. Industriële restwarmte zal vooral uitgewisseld worden tussen bedrijven onderling. Dat blijkt uit studies en proefprojecten die de stad liet uitvoeren. De visie op fossielvrij verwarmen werd op 5 oktober ’23 ter discussie voorgelegd in een themacommissie van de Gentse gemeenteraad. Tegen zomer 2024 wordt de afgewerkte visie voorgelegd aan de voltallige gemeenteraad.

De uitdaging en de voordelen

Fossiel gas is in Gent de belangrijkste energiebron voor verwarming. In de stad zijn er 112.000 gasaansluitingen, zowel voor woningen, bedrijfsgebouwen en industrie. Die moeten tegen 2050 allemaal overschakelen op hernieuwbare energie. Een hele uitdaging, vastgelegd op Europees en Vlaams niveau, omwille van de klimaatcrisis.

De opgave om fossielvrij te verwarmen is groot, maar de voordelen zijn dat nog meer. De oorlog in Oekraïne toont dat onze afhankelijkheid van fossiele energie zo snel mogelijk moeten afbouwen. Bovendien betalen Gentse gezinnen, organisaties en bedrijven samen jaarlijks 138 miljoen euro (cijfers 2021) aan fossiel gas. Dat geld laten we beter circuleren in de lokale economie.

Sociaal en collectief: iedereen mee

Een van de principes van de warmtevisie is dat alle Gentenaars mee moeten kunnen, op hun eigen tempo. In de uitvoering zal daarom het sociale en collectieve aspect centraal staan. De stad heeft als ambitie om 20% sociale woningen te voorzien. Voor die bewoners wordt de transitie naar fossielvrije verwarming geregeld door de woonmaatschappij. Huiseigenaars en verhuurders krijgen collectieve ondersteuning via advies, begeleiding en financiële oplossingen zoals leningen en premies. Speciale aandacht zal daarbij gaan naar het collectief fossielvrij maken van appartementen. In Gent woont ongeveer 40% van de gezinnen in een appartement.

Veranderende visie

In 2012, toen het beleid rond fossielvrije verwarming in Gent werd opgestart, lag de focus op grootschalige warmtenetten op industriële restwarmte. In de stad en de haven liggen er al enkele grote warmtenetten: Luminus, IVAGO, Stora Enso-Volvo, Christeyns – De Nieuwe Dokken en de warmtecentrale van BEE. In de afgelopen jaren heeft Stad Gent verschillende onderzoeken uitgevoerd naar het gebruik van industriële restwarmte voor gebouwenverwarming, onder andere voor Muide-Meulestede, Wondelgem en het gebied rond IVAGO. Al die kennis is samengebracht in een studie van onderzoeksbureau Sweco. Dat heeft tot volgende conclusies geleid:

1) Hoge kosten aanleg: De kosten voor de aanleg van grootschalige warmtenetten om industriële restwarmte voor de verwarming van gebouwen lopen hoog op, tussen de 2 à 3 miljoen euro per kilometer.

2) Gentse gebouwenpark: Het grote aantal gezinswoningen en kleine appartementen in Gent zorgt voor hoge kosten bij de aansluiting. Al die woningen moeten apart worden aangesloten, aan een kostprijs die soms hoger ligt dan de aanschaf van een warmtepomp.

3) Bronnen onzeker: Bedrijven investeren zelf in energiebesparing, wat vaak betekent dat er minder restwarmte over blijft. Hierdoor verdwijnen warmtebronnen op lange termijn. Bovendien verkiezen bedrijven restwarmte uit te wisselen met andere bedrijven, omdat de kosten daarvoor aanzienlijk lager zijn.

4) Fossielvrije bronnen zijn beperkt: bestaande grootschalige warmtenetten worden vaak gevoed met fossiele energie of biomassa: WKK’s op gas of afvalverbranding. Die bronnen vervangen door klimaatvriendelijke alternatieven blijkt geen makkelijke opgave.

Waarom industriële restwarmte vooral voor industrieel hergebruik zal dienen

Industriële restwarmte zal dus ingezet worden binnen de industrie zelf. Voordeel daarvan is dat de kosten beperkt zijn, er een vaste afname is doorheen het jaar en dat de bedrijven contracten van kortere duur kunnen afsluiten. Bovendien investeren bedrijven zelf fors in energiebesparing, wat vaak betekent dat er minder restwarmte over blijft. Hierdoor verdwijnen de warmtebronnen op lange termijn. Als er maar een beperkt aantal afnemers van de warmte is, is een alternatief gemakkelijker gevonden.

De warmtekaart

In opdracht van Stad Gent heeft studiebureau Sweco een warmtekaart opgesteld. Deze kaart toont de kostprijs van verschillende mogelijkheden: kleinschalige warmtenetten, warmtepompen of grootschalig warmtenetten op industriële restwarmte.

Onderstaande figuur geeft de mogelijkheden weer bij de huidige isolatiegraad (boven), middelmatige isolatie (midden) en doorgedreven isolatie (onder). Uit de studie blijkt dat hoe hoger de isolatiegraad, hoe kleiner het economisch potentieel van grootschalige warmtenetten. Zelfs al wordt uitgegaan van een middelmatige isolatie van de gebouwen, dan nog blijkt de totale maatschappelijk kost voor een grootschalig warmtenet doorheen heel de stad hoger dan voor de alternatieven.

Kleinschalige warmtenetten en individuele warmtepompen

Een andere conclusie van de studie is dat voor de meeste woningen en gebouwen in Gent kleinschalige warmtenetten en individuele warmtepompen de meest voordelige oplossing zijn. Die zijn de laatste jaren technologisch enorm vooruitgegaan en zijn nu veel efficiënter, stiller en compacter. De laatste generatie warmtepompen kan ook gebouwen verwarmen op hoge temperatuur, zodat ze ook gebruikt kunnen worden voor minder goed geïsoleerde gebouwen. Ze kunnen verschillende warmtebronnen gebruiken: de bodem, lucht, water, restwarmte, rivieren en rioleringen. Bovendien zijn sommige warmtepompen en warmtenetten, in combinatie met zonnepanelen, ook een duurzame optie voor koeling.

Ervaring met kleinschalige warmtenetten en proefprojecten

In de stad zijn al verschillende kleinschalige warmtenetten in werking, vooral op bodemwarmte. Voorbeelden zijn cohousing Kerselaar, cohousingproject Bijgaardehof, bibliotheek De Krook en het Wintercircus. Bedoeling is om meer zulke projecten uit te werken en die uit te ontwikkelen in de hele stad. Zo loopt een proefproject in Muide-Meulestede om de bodem onder het voetbalveld te gebruiken als warmtebron voor woningen in de buurt. Daar zal ook onderzocht worden hoe bewoners van de buurt kunnen samenwerken om hun warmte collectief op te wekken en te verdelen.

Zijn waterstof of biogas een alternatief voor fossiel gas voor de verwarming van gebouwen?

Neen, zo blijkt. Deze brandstoffen zullen in de toekomst gebruikt worden in sectoren die moeilijk fossielvrij te maken zijn, zoals staalproductie, niet voor gebouwverwarming. Daar zijn verschillende redenen voor. Om transport van waterstofgas mogelijk te maken moeten bestaande gasleidingen vaak worden aangepast of vervangen. Daarnaast is er in de komende jaren onvoldoende hernieuwbare waterstof beschikbaar en is het gas erg duur. Ook opslag en distributie van waterstof is moeilijk. Het vereist grote opslagvolumes of hoge druk. Voor biogas geldt vooral dat de productie beperkt is door de beschikbaarheid van grondstoffen. Beide gassen zullen dus beter ingezet worden in de vergroening van de industrie.

Disclaimer: de stad kan dit niet alleen

Uit de studies blijkt een optimaal scenario voor fossielvrije verwarming in Gent. Maar de transitie laten slagen, dat kunnen we niet alleen. Daarvoor zijn we als lokaal bestuur afhankelijk van hogere overheden en andere instanties.

  • Tax shift: Om de adoptie van kleinschalige warmtenetten en warmtepompen te laten slagen, is een tax shift cruciaal. De huidige factuurstructuur maakt elektriciteit vaak duurder dan fossiele brandstoffen, wat de overstap naar efficiëntere warmtepompen ontmoedigt. Een tax shift die de belasting op elektriciteit verlaagt en op fossiele brandstoffen verhoogt, zal de energietransitie versnellen – zowel op federaal als op Vlaams niveau.
  • Aannemers: Om tegen 2050 alle gebouwen fossielvrij te verwarmen, moeten er 4500 gebouwen per jaar aangepakt worden. Maar nu al is een aannemer vinden om die werken uit te voeren niet evident. Opleiding en omscholing van technici is daarbij cruciaal.
  • Versterken van het elektriciteitsnet: overstappen op elektriciteit voor verwarming en mobiliteit zal heel wat investeringen vergen in de versterking van het elektriciteitsnet. Netbeheerder Fluvius is daar al volop mee bezig. De komende tien jaar voorziet Fluvius bijkomende investeringen van 4 miljard euro over heel Vlaanderen. Maar die inspanningen zullen nog opgeschaald en aangehouden moeten worden.

Stadspatrimonium als goede voorbeeld

Met haar eigen patrimonium wil Stad Gent een voorbeeldrol opnemen. Een extra inspanning is hier nodig, zowel om de verstrengde Europese (tussen)doelstelling te halen om minstens 55% CO2 te reduceren tegen 2030 als om het eigen patrimonium klimaatneutraal te krijgen tegen 2050 (2045 voor kantoorgebouwen). Deze extra sprint in onze eigen voorbeeldrol is een basisvoorwaarde om draagvlak voor dit maatschappelijk thema te vervullen.

Historische gebouwen

Gent kent veel historische gebouwen en monumenten waarbij we heel goed moeten overwegen welke aanpassingen er doorgevoerd kunnen worden. Op vandaag hebben we nog geen antwoord op de vraag hoe we de warmtetransitie voor alle historische gebouwen en monumenten moeten organiseren. Willen we de 2050-doelstellingen halen, zijn onderzoek en voorbeeldprojecten hoogdringend nodig.

Hoe nu verder? De volgende stappen

De huidige visie geeft de richting aan waarin de warmtetransitie zal evolueren. Op verschillende vlakken is de transitie al ingezet (versnelling renovatiesnelheid, focus op appartementen en sociale woningen, proefprojecten…), maar verschillende aspecten van de transitie moeten nog worden opgestart. In de verdere uitwerking van de warmtevisie zullen volgende stappen gezet worden:

  1. Opstarten traject met interne en externe stakeholders om de uitwerking van deze warmtevisie vorm te geven. Stadsdiensten, professionals, bewoners, bedrijven en andere overheden zijn cruciaal om de warmtevisie te realiseren.
  2. In kaart brengen van de nodige stedelijke beleidskaders, bijvoorbeeld voor het gebruik van de ondergrond voor leidingen en warmtewinning, het beperken van geluidsoverlast en het gebruik van warmte uit oppervlaktewater en rioleringen
  3. Uitwerken van doelstellingen en beleidsmaatregelen om de warmtevisie te implementeren in het volgende klimaatplan.
  4. Proefprojecten en Living Labs. Met pilootprojecten in de Muide-Meulestede, Mariakerke en andere wijken willen we kennis en ervaring opdoen om het ondersteuningsaanbod voor Gentse burgers en bedrijven te verbeteren om de snelheid, financiering en samenwerking te verbeteren. Zo willen we komen tot een aanpak om buurt per buurt een transitieplan uit te werken.
  5. Goedkeuring warmtevisie op de gemeenteraad

 

Blijf op de hoogte

Wil je wekelijks op de hoogte blijven van het belangrijkste politieke nieuws van onze Groene schepenen en gemeenteraadsleden? Schrijf je dan in voor onze fractienieuwsbrief.