Meer woonkwaliteit en gezinswoningen in Gent

29 Maart 2018

Meer woonkwaliteit en gezinswoningen in Gent

Iedereen een fatsoenlijke woning bezorgen, dat is één van de grote en permanente uitdagingen in deze stad. Daar zijn tal van inspanningen en instrumenten voor nodig. Een aan de tijd aangepast Algemeen Bouwreglement is daar één van. Dat stond op de gemeenteraad van maart op de agenda. Dirk Holemans wees als enige raadslid op de belangrijkste vernieuwingen in het reglement.

Cruciaal uitgangspunt is de bescherming  van de eengezinswoningen, wat Stad Gent trouwens al geruime tijd doet. Erg belangrijk, want zoals recent nog bleek uit de demografische cijfers, blijven gezinnen met jonge kinderen de stad voor een stuk verlaten. Daarbij spelen tal van redenen, maar er zijn twee elementen die ook specifiek in het gewijzigd reglement aan bod komen.

Ten eerste is er het segment van wat je ‘de grotere woning’ zou kunnen noemen, niet het mega herenhuis maar ook niet de bescheiden rijwoning. Dit segment is in Gent, in vergelijking met andere steden, beperkt. Dat betekent dat er meer vraag dan aanbod is en het dus niet slim zou zijn het aanbod verder te doen dalen. Daarom kent Gent al jaren een goede bescherming van de eengezinswoning, ook van de wat ruimere tot een maximum oppervlakte van 250 vierkante meter. Deze wordt nu, na degelijk onderzoek, verlaagd tot, 220 vierkante meter. 

Tegelijk bepaalt het reglement op slimme wijze dat je een woning tussen de 250 en 220 vierkante meter slechts in twee wooneenheden mag splitsen. Zo blijven ruimere entiteiten gegarandeerd, optimaliseren we het behoud van gezinsvriendelijke woningen en versterken we een gevarieerd woonaanbod.

Niet alle gezinnen willen in een huis wonen, dus moeten er ook voldoende appartementen voorzien worden met voldoende, zeg maar minstens drie, slaapkamers. Dat is ook voorzien in het reglement met de bepaling dat voor meergezinswoningen minimum 25% grote appartementen moeten worden voorzien, dus drie-en meer-slaapkamerappartementen. Zo sturen we de woonmarkt en plaatsen we de bouwpromoteren voor hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Mochten we dit niet doen, zouden er vanuit de zoektocht naar het snelle gewin, vooral blokken met heel kleine appartementen bij komen. 

De woonmarkt versterken betekent ook werk maken van selectieve verdichting en leegstand vermijden. Een klassiek voorbeeld van leegstand is dat van verdiepingen boven winkels, een fenomeen dat zich vooral situeert in kernwinkelgebieden. Zo een verdieping van een huis met winkel beneden is dikwijls niet aantrekkelijk voor een gezin om te wonen. Daarom is het verantwoord om in die zones toe te laten dat er boven zo’n winkel appartementen kunnen komen. Dat kan echter alleen als er al enkele jaren een winkel is. Zo voorkomen we dat mensen slechts tijdelijk met een winkel zouden beginnen om van een huis appartementen te kunnen maken.

Last but not least plaatst dit bouwreglement nieuwe bouwvormen, zoals schakelwoningen, in the picture. Erg belangrijk om de gezinsvriendelijke innovatie op de woonmarkt te stimuleren. Ook dit is een instrument om werk te maken van selectieve en kwalitatieve verdichting.

Uiteraard is hiermee het werk niet af. In een snel veranderende samenleving heb je ook dynamische regelgeving nodig. Zelf lijken ons alvast drie zaken op tafel te liggen voor de volgende legislatuur: de moeilijke materie van samenwonen, het reguleren van Airbnb dat zich verder uitbreidt in onze stad en ook experimenten met kleinschaligere studentenhuisvesting.