Deontologische regels worden grondig hervormd
Hieronder leest u de integrale tussenkomst van gemeenteraadslid Sara Matthieu op de gemeenteraad van 24 oktober 2016
Collega’s,
Op de gemeenteraad van juni werd met akkoord van alle fracties beslist tot de oprichting van een Commissie “sui generis” om te bepalen of er inbreuken werden vastgesteld tegen onze deontologische code in de contacten met de Optima groep. Vandaag zijn we na 7 lange avonden getuigen horen, schriftelijke verklaringen bekijken en honderden pagina’s opgevraagde documenten doorploegen tot een eindverslag gekomen. Een inbreuk op de bestaande code kon niet worden vastgesteld, al stelt het verslag wel duidelijk dat er onvoorzichtig is gehandeld. Tegelijk zijn we het er allemaal over eens dat onze deontologische code aan een grondige vernieuwing toe is.
De politieke zeden van vandaag zijn niet die van 10, 20 of 30 jaar terug. Gelukkig maar. Politieke deontologie en integriteit is iets wat je constant moet her-evalueren. Deontologische regels moeten immers mee evolueren met een veranderende maatschappij.
Vandaag zijn onze burgers mondiger, vragen ze terecht inspraak en transparantie in hoe onze stad bestuurd wordt en over de keuzes die we maken. Het is aan ons als politici om daar een antwoord op te vinden. Immers, wanneer burgers niet langer geloven in de integriteit van hun politieke vertegenwoordigers faalt onze democratie. Vertrouwen is immers een cruciaal deel van ons democratisch systeem: mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat een bestuurder steeds keuzes maakt met het belang van stad en haar inwoners als eerste en belangrijkste doel.
Om dat te bereiken moet onze besluitvorming transparanter, mensen mogen niet het gevoel krijgen dat belangrijke beslissingen rond onder meer grote vastgoedprojecten en petit comité worden genomen of dat er bepaalde mensen zouden worden voorgetrokken.
Tegelijk is het duidelijk dat samenwerking met organisaties, middenveld, onderwijsinstellingen e.a. maar ook met bedrijven wenselijk is. Pas in samenwerking kan de Stad haar visie realiseren. Alleen moeten we er voor zorgen dat dit transparant gebeurd en met een duidelijk mandaat vanuit onze politieke instellingen.
Collega’s, ik ben blij te constateren dat er heel wat overeenkomsten te vinden waren in de krijtlijnen die geschetst werden door de verschillende fracties over de vernieuwing van onze deontologische code en commissie. Als mede-verslaggever van de commissie sui generis ben ik trots op wat hier vandaag voorligt.
Onze deontologische code wordt grondig hervormd, specifieke aandacht gaat hierbij naar het opnemen van bestuursfuncties in private bedrijven en/of organisaties door mandatarissen. Nieuwe regels met betrekking tot de samenwerking tussen de Stad Gent en de private sector zullen worden vormgegeven. De regels rond internationale reizen moeten duidelijker en transparanter, de aanwezigheid op beurzen en internationale fora en de meerwaarde hiervan voor de stad zullen geregeld worden geëvalueerd.
Dat de deontologische commissie zoals ze vandaag bestaat niet naar behoren functioneert is eveneens een gedeelde analyse. Verschillende pistes om de commissie te hervormen liggen nu reeds op tafel.
Tot slot is het duidelijk dat de scope van de commissie zich verbreed heeft van de bespreking van onze deontologische regels naar een debat over het architectuurbeleid van onze stad. De rol van de kwaliteitskamer en de diverse betrokken diensten en entiteiten van Groep Gent zullen op korte termijn op initiatief van het College in de betrokken commissie worden bediscussieerd. Met name de bevestiging van de komst van de stadsbouwmeester op korte termijn is een concrete beslissing waar wij als fractie erg blij mee zijn. Voor ons is de komst van zo’n stadsbouwmeester een belangrijke tool in het streven naar meer transparantie, dialoog en betrokkenheid van onze Gentenaars. Wij hopen dat deze stadsbouwmeester kan uitgroeien tot een belangrijke speler in het stadsontwikkelingsbeleid die zorgt voor een maatschappelijk onderbouwd oordeel én een breed debat.
Collega’s, het is duidelijk dat er heel wat werk op de plank ligt. Politieke integriteit vraagt immers meer dan algemene uitdrukkingen van goodwill. Het is daarom cruciaal dat we als mandatarissen een actieve houding ontwikkelen om het niet tot een potentiele belangenverstrengeling te laten komen. Een pro-actieve houding daarbij vermijdt immers achteraf allerlei moeilijkheden en deuken op de politieke geloofwaardigheid. We moeten daarbij allemaal behoeders van de democratie zijn en blijven.
Om zo’n een levende cultuur van integriteit te realiseren hebben we nood aan ondersteunende structuren en duidelijke regels die mandatarissen hierbij kunnen helpen en houvast bieden. De groen fractie is alleszins van mening dat wat vandaag voorligt een goede basis vormt om dit te kunnen geven realiseren. Laten we er dus vooral samen snel werk van maken.